9. Spiegeltje, spiegeltje
- Details
Een van de redenen voor de populariteit van het schaakspel in de 12e en 13e eeuw was dat de aristocratie er een hiërarchische samenleving in verbeeld zag, waarvan zij zelf aan het hoofd stond.
Maar de tijden veranderden. Al in de 11de eeuw leidden nieuwe landbouwtechnieken tot hogere voedselopbrengsten, en daarmee tot een toename van de bevolking. Ook de handel bloeide op en de geldeconomie kwam weer op gang. Als gevolg daarvan namen de steden in omvang toe. Doordat steden steeds zelfstandiger werden en [stads]rechten opeisten, veranderden de machtsverhoudingen.
En ineens was daar eind 13e eeuw een Italiaanse monnik, Jacobus de Cessolis, die het gat in de markt zag: hij gebruikte het schaakspel in zijn preken om zowel de koning, de edelen als de gewone man een spiegel voor te houden hoe zij zich tot elkaar moesten verhouden in de nieuwe maatschappelijke situatie. Zijn medebroeders stonden erop dat hij zijn preken zou uitschrijven en dat werd het „Boek van de handelwijzen en plichten van edelen en gewone mensen oftewel het schaakspel“ – het Liber de moribus hominum et officiis nobilium ac popularium super ludo scaccorum, kortweg het Ludus Scaccorum genoemd.
8. In de ban van schaken, schaken in de ban
- Details
Schaken werd in de 12e en 13e eeuw in Europa aan de hoven en in abdijen steeds populairder. Kunnen schaken was een teken van beschaving en verfijning. Het was ook een kunst die in het middeleeuwse Spanje christenen, moslims en joden met elkaar verbond, zoals blijkt uit het prachtig geïllustreerde handschrift Libro de axedrez, dados e tablas, kortweg El Libro de Los Juegos [het Spellenboek]. Dit Spellenboek is een Spaanse vertaling van Arabische teksten over schaken, dobbelen en backgammon, gemaakt in opdracht koning Alfons X van Castilië [1221-1284]. In het boek, dat in 1283 in Toledo werd voltooid, komen 64(!) voorbeelden van schaakpartijen [eindspelen] voor, die ontleend zijn aan Arabische voorbeelden. Een aantal afbeeldingen uit het Spellenboek is in vorige afleveringen al de revue gepasseerd.
In de proloog wordt uitgelegd wat het verschil is tussen spelen te paard [bedoeld als oefening voor de strijd], spelen te voet [oefening voor het lichaam] en spelen waarbij je zit, zoals bijvoorbeeld schaken, dobbelen of backgammon. Deze laatste kunnen gespeeld worden „door mannen, en vrouwen (‘die niet rijden en opgesloten zitten’), ouderen en zieken, ... en gevangenen of zeelieden.“ Het doel ervan is “vreugde te bieden en het dagelijks leven draaglijk te maken”. In dezelfde proloog wordt de oorsprong van het schaken toegeschreven aan een debat tussen drie wijzen die op verzoek van een Indiase koning de vraag moesten beantwoorden wat de meest wijze strategie was: vertrouwen op het toeval, op je intelligentie of op een combinatie van beide. Om hun argumenten kracht bij te zetten bedachten de wijzen ieder een spel.... Opvallend is wel dat in de miniaturen in het boek schaken een bezigheid is van mannen en vrouwen aan het hof, terwijl het dobbelen wordt overgelaten aan het tuig van de richel, vaak halfnaakt afgebeeld.
Maar de geestelijk leiders waren meestal niet zo enthousiast over het schaakspel!
7. Schaken: dat hoort er gewoon bij!
- Details
Hoeveel qiyan nam de hertog van Aquitanië mee uit Barbastro?
500, 1500, 5000. In ieder geval heel veel!
De inname van de bloeiende moslimhandelsstad Barbastro In Noord-Spanje in 1064 was een gebeurtenis die enerzijds heel Al-Andalus met ontzetting vervulde – mede vanwege de gruweldaden van de veroveraars - maar die anderzijds de verspreiding van de cultuur van Al-Andalus en het schaakspel naar de landen boven de Pyreneeën in een stroomversnelling bracht. Willem VIII [1025-1086], hertog van Aquitanië in Frankrijk, was een van de leiders van het geallieerde leger dat de koning van Aragon hielp bij het beleg van de stad.
Hij keerde na de verovering van Barbastro naar zijn hofstad in Aquitanië terug met een rijke buit, waaronder ook een groot aantal qiyan – de in de vorige aflevering genoemde jonge, en vaak zeer goed opgeleide vrouwelijk entertainers: ze konden zingen, dansen, musiceren en velen van hen konden natuurlijk ook schaken. Deze vrouwen, die de Andalusische hofcultuur introduceerden in Frankrijk, vormden mogelijk mede de inspiratiebron voor de liederen van de troubadours en voor de hoofse liefdes- en schaakcultuur die in Frankrijk in de 12de en 13e eeuw zijn hoogtepunt bereikte.
Hoewel er veel manieren voor culturele uitwisseling mogelijk waren tussen het islamitische en het christelijke Spanje en het christelijke Europa ten noorden van de Pyreneeën – denk aan handels- en pelgrimsroutes, militaire campagnes, gemengde huwelijken, en vertalingen van klassieke teksten – zorgde de inname van Barbastro voor een uitstroom van de Andalusische cultuur op een nooit eerder geziene schaal.
Pagina 65 van 67