Dit is alweer de twaalfde en laatste aflevering van deze onvolprezen columnserie van Alie Blokhuis. Ik heb met veel plezier de prettig geschreven afleveringen gelezen en mij vaak verwonderd dat het schaakspel, en dan met de schakende vrouw als middelpunt, zo'n belangrijke rol heeft gespeeld in de Middeleeuwse samenleving. Alie, dank voor het onderzoekswerk dat je hebt verricht en wie weet tot een volgende bijdrage.

 

We said our goodbyes (Ah, the night before)

The Beatles 

We kunnen ons bijna niet meer voorstellen hoe belangrijk schaken was voor de Middeleeuwse cultuur. Denkers en schrijvers gebruikten woorden en beelden uit het schaakspel om commentaar te leveren op oorlog, politiek, liefde en sociale verhoudingen. Nog eind 15e eeuw is in het opvoedboek Criança y virtuosa dotrina voor Isabella [1470-1498] – de oudste dochter van Ferdinand en Isabella – te lezen dat ze moet

kunnen lezen, schrijven, spelen en zingen, dansen en zwemmen, vechten, schermen, de boog en de kruisboog kunnen hanteren, Latijn

kunnen spreken, en goed moet kunnen schaken en met de bal spelen.”

 12-1.jpg12-2.jpg

                                                                       Catharina van Aragon

Ook de zeer goed opgeleide jongere zus van Isabella, Catharina van Aragon [1485-1536], kon schaken. Catharina huwde in 1509 met de beruchte Engelse koning Hendrik VIII, die twee van zijn zes echtgenotes liet onthoofden. Toen Catharina in 1531 werd verbannen van het hof, omdat ze geen levende mannelijke troonopvolger wist te produceren, werd de inventaris van haar goederen opgemaakt. Daaruit blijkt dat ze twee ivoren schaakborden met ivoren schaakstukken bezat. Het schaken maakte zozeer deel uit van het hofleven dat Henry VIII een kok van het hof opdracht gaf tot het maken van twee schaakborden en schaakstukken van suiker, versierd met goud, als pronkstuk bij een banket. Mogelijk speelde Catharine al het nieuwe schaak: het boek van Lucena’s was tenslotte aan haar oudere broer opgedragen!

Schaken was ook in de 16e eeuw in de opvoeding van hooggeplaatste dames en heren dus nog steeds een sine qua non, zeker ook van de dames die inzicht in strategie en tactiek nodig hadden als ze de zaken van hun echtgenoten moesten waarnemen, wat Catharina vaak gedaan heeft. En ze kende het klappen van de zweep: voor haar huwelijk met Hendrik VIII was ze in 1501 een blauwe maandag de echtgenote geweest van diens oudere broer. Na diens plotselinge dood nog geen half jaar later, was ze in Engeland gebleven en door haar vader Ferdinand tot zijn ambassadeur daar benoemd [de eerste vrouw op die post], gezien haar diplomatieke gaven en connecties aan het hof.

 

Andere tijden

Maar het nieuwe, snelle schaken van na 1500 is niet langer geschikt voor ontspannen ontmoetingen tussen dames en heren, met partijen die een dag of langer konden duren, met onderbrekingen voor eten, drinken, dansen en zingen. De professionele schaker, die zijn brood verdient in wedstrijden in vorstelijke en adellijke omgevingen door heel Europa, verschijnt op het toneel. Het eerste „wereldkampioenschap“, in 1575 georganiseerd door koning Filips II in Madrid had geen vrouwelijke deelnemers! Ze waren welkom als toeschouwer [zie afl. 9]. 

Maar er waren ook andere ontwikkelingen die bijdroegen aan het verdwijnen van de vrouwen van het openbare schaaktoneel. Naarmate het humanisme, geïnspireerd door de geschriften uit het oude Griekenland en Romeinse Rijk, geleidelijk de middeleeuwse hoofse cultuur verving, en de feodale samenleving plaats maakte voor de opkomende natiestaat, werden edelvrouwen steeds meer publieke activiteiten ontzegd. Zij dienden zich te beperken tot het privédomein. Hier werd van hen verwacht dat ze zich bezighielden met het organiseren van het huishouden en het zorgen voor hun nakomelingen. Ook werden zij geacht zich te conformeren aan de nieuwe normen van vrouwelijkheid.

 12-3.jpg12-4.jpg

 Die nieuwe normen waren verwoord in het zeer invloedrijke „Boek van de Hoveling“ (Libro del Cortegiano, 1518) van de Italiaan Baldassare Castiglione, waarin vrouwen onder andere opgeroepen worden bepaalde niet-damesachtige activiteiten, zoals paardrijden en het omgaan met wapens, op te geven. Men had kennelijk geen behoefte aan een nieuwe Jeanne d’Arc, Isabella van Castilië of Catharina van Aragon, van wie bekend is dat ze legers aanvoerden! Als een vrouw uit de hogere klasse bleef rijden, werd bijvoorbeeld van haar verwacht dat ze op een zijzadel reed.

Ook de opkomst van de burgerij, nieuwe productiemethoden en veranderde arbeidsverhoudingen leidden er aan het eind van de middeleeuwen toe dat de taken van mannen en vrouwen in heel Europa geherdefinieerd werden. Het effect was hetzelfde: de mannen werkten voortaan buitenshuis, de vrouwen bestierden het huishouden: ze werden of ze het wilden of niet gedwongen tot een bestaan als „huisvrouw“. Langzamerhand leidde dit er in veel landen toe dat de man de kostwinner werd en de vrouw in een financieel afhankelijk positie terechtkwam [al schijnen de Nederlanden aanvankelijk een uitzondering te zijn geweest!]. De kerk had natuurlijk altijd al op de ondergeschikte positie van de vrouw gehamerd, bijvoorbeeld onder verwijzing naar een brief van Paulus: 

„Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft. En zoals de kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen."

Na de 16e eeuw verschoof het schaakspel verder van koninklijke hoven en privéwoningen naar meer publieke domeinen. Eerst waren dat de koffiehuizen die ontstonden in het 18e-eeuwse Londen en Parijs: Engeland en Frankrijk verdrongen Spanje en Italië als de belangrijkste Europese schaaklanden. In het begin van de 19e eeuw, begonnen er schaakclubs te ontstaan in Europa en de Verenigde Staten. En hoewel een enkele vrouw misschien nog wel eens een voet in een koffiehuis zette, waren schaakclubs alleen voor mannen. Daar kwam pas vanaf eind 19e eeuw enige verandering in.

 

Diplomatie

Dat wil niet zeggen dat de rol van de vrouw achter het bord uitgespeeld was, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de geschiedenis van Benjamin Franklin [1707-1790], medeopsteller van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776) en de Amerikaanse grondwet [1789]. Franklin was een fervent schaker, en realiseerde zich dat hij het schaakspel in de praktijk als diplomatiek middel kon inzetten.

 12-5.jpg

Franklin wordt matgezet door Mrs. Howe

Hij schreef al in 1732 een essay met de titel "The Morals of Chess" – dat in zijn definitieve vorm overigens pas in 1786 gepubliceerd werd – waarin hij schaken beschrijft als een metafoor voor zowel diplomatie als het leven. Want, zo stelt hij: 

life is a kind of Chess in which we have points to gain, and competition or adversaries to contend with, [....]. By playing at Chess then, we may learn: First, Foresight … Second, Circumspection … Third, Caution… And lastly, We learn by Chess the habit of not being discouraged by present bad appearances in the state of our affairs the habit of hoping for a favorable chance, and that of persevering in the secrets of resources…

Toen hij midden jaren zeventig van de 18e eeuw op een diplomatieke missie was in Engeland om de Amerikaanse zaak te promoten, onderhandelde hij bijvoorbeeld in het geheim met Vice Admiral Richard Howe, onder het mom van schaakpartijen met diens zus. Want al zaten ze thuis, de dames bleven schaken. Dat deden een eeuw later ook de royals nog, zoals blijkt uit het onderstaande berichtje over koningin Victoria en haar dochter [l’impératrice Frédérick] uit het Franse schaaktijdschrift La Stratégie uit 1895:

12-6.jpg

Franklin was zeker niet de eerste die een relatie legde tussen het schaakspel en diplomatie of die het schaakspel als diplomatiek middel inzette. In een eerdere aflevering zagen we al dat een afgevaardigde van een van de moslim-koninkrijkjes in Al-Andalus een prachtig schaakbord als lokmiddel gebruikte om de plundering van Sevilla te voorkomen. En denk ook aan de wijsgeer uit het schaakboek van Cessolis, die een tiran via het schaakspel tot inkeer deed komen. En dat zijn maar een paar van de vele voorbeelden waarbij het schaakspel is gebruikt als instrument om te communiceren, te onderhandelen en conflicten te vermijden.

Het oudst bekende voorbeeld is trouwens het verhaal van de beroemde Perzische schrijver Firdusi die in de Shahnamah [Het Boek der Koningen] uit de 11de eeuw vertelt dat de Indiase radja in de 6e eeuw een gezant naar Sjah Nushirwan stuurde met een schaakspel en de boodschap dat hij zou stoppen met het betalen van schatting aan de Perzen, tenzij hij de stukken kon benoemen en de regels van het spel kon achterhalen. De Perzische shah loste het probleem binnen een week op, zij het, naar het verhaal gaat, enigszins geholpen door de gezant.

 12-7.jpg

In bovenstaande miniatuur uit de 14de eeuw legt de raadsman de schaakstukken en hun bewegingen uit aan de gezant (links van het schaakbord) in aanwezigheid van de sjah.

 

Het schaakspel als diplomatiek geschenk

Geschenken vormden, en vormen nog steeds, een integraal onderdeel van diplomatie, en we weten dat zich onder die diplomatiek giften geregeld een schaakbord bevond. Een schaakbord betekende enerzijds de respectvolle erkenning door de gever van bepaalde kwaliteiten van de ontvanger, zoals diens intellect en status, maar de gever kon ook zijn eigen status aantonen door schaaksets ten geschenke te geven die uitblonken door het gebruik van zeldzame en kostbare materialen, en/of door het vakmanschap van de maker ervan. Aan de Middeleeuwse Europese hoven golden schaaksets dan ook als echte statussymbolen.

Volgens de legende gaf Haroen al Rashid een schaakset aan Karel de Grote als een teken van vrede en respect voor de macht van de Franse keizer. Alhoewel dit verhaal een broodje aap is, is het duidelijk dat de “Karel de Grote”-schaakset, gezien de grootte van de stukken, niet bedoeld was om daadwerkelijk mee te spelen en vooral een pronkstuk was. Nog een paar voorbeelden: In de 13e eeuw kreeg koning Lodewijk IX van Frankrijk een schaakspel van de leider van de Hashshashin, een machtige islamitische groepering, als symbool van onderlinge vrede. Koningin Elizabeth kreeg in 1996 een schaakset cadeau van Mandela als teken van hun onderlinge vriendschap.

12-8.jpg12-9.jpg

Schaakset voor Elizabeth                                                                 Schaakset voor Napoleon

En bijna twee eeuwen eerder, kreeg keizer Napoleon in 1817 tijdens zijn verbanning op St-Helena een bijzondere Chinese schaakset cadeau van een Schotse Lord, die hiermee zijn dankbaarheid uitdrukte voor het feit dat Napoleon het leven van zijn broer had gered.

Napoleon schijnt trouwens zijn hele leven graag geschaakt te hebben, al was hij geen hoogvlieger op dit gebied. De Franse kunstenaar Marcel Duchamps daarentegen, die zich net als Napoleon liet vereeuwigen met een naakte tegenstandster, was dat wel; hij speelde tussen 1924 en 1933 in vijf Schaakolympiades voor het Franse team. Ik vraag me wel af wat de schakers wilden uitstralen door tegen een naakte dame te spelen. Misschien wilden ze iets bewijzen ...?

 12-10.jpg12-11.jpg

Bonaparte en MmDe Rémusat                             Marcel Duchamp en Eve Babitz

In de Middeleeuwse literatuur probeerde men hooggeplaatste dames in ieder geval op een hoffelijker en diplomatieker manier te imponeren. Zo stuurt Lancelot in de Lancelot Graal een ridder met magische zilveren en gouden schaakstukken als geschenk naar Guinevere met de boodschap: "Mijn Vrouwe, Sir Lancelot stuurt u deze schaakstukken in de overtuiging dat u nog nooit wonderbaarlijkere hebt gezien …”

12-12.jpg12-13.jpg

Guinevere                                                                          Odysseus in het Epistre d’Otrea

 

Bewitched, bothered and bewildered

Een van de kenmerken van diplomatie is dat je – zoals een psycholoog het omschrijft - “listig bent in lastige situaties”. Ook in het schaken is deze eigenschap essentieel. Om schaakmat te bereiken worden listen en lagen dan ook niet geschuwd, maar listigheid en vindingrijkheid zijn ook bij uitstek noodzakelijke vaardigheden om aan mat te ontkomen. Schaakmat wordt vaak vertaald als „de koning is dood“, maar eigenlijk komt het woord „mat“ uit het Perzisch en betekent het niet zozeer dat de koning dood is, alswel dat hij in een zodanige positie is gemanoeuvreerd dat hij na een schaak geen uitweg meer heeft: hij is bewitched, bothered and bewildered. Een andere lastige situatie die zowel in de het schaakspel als in de politiek voorkomt is Zugzwang, de situatie waarbij elke zet je positie alleen maar verzwakt, terwijl niet bewegen geen optie is. Je moet je dan op een behendige manier uit een benarde situatie redden, al lukt dat niet altijd. Ik denk dat iedereen zelf wel de voorbeelden kan bedenken waarbij in de huidige politiek en diplomatie sprake is van Zugzwang.

Misschien is het niet toevallig dat de uitvinding van het schaken in veel middeleeuwse tractaten aan de vindingrijke, listige Odysseus wordt toegeschreven [o.a. in de De Naturis Rerum van Alexander Neckam (ca. 1190), de Vetula (13e eeuw), het zgn. Cracow-gedicht van 1422 en Les Eschés Amoureux moralisés van Evard de Conty (begin 15e eeuw], en het Épistre d’Otrea van Christine de Pizan.

 

Wie oren heeft die hore

Een van middelen die de diplomaat gebruikt om zich uit een netelige situatie te reden is zijn/haar taalgebruik. Volgens de Van Dale van 1950 is een een diplomaat iemand die zich met grote omzichtigheid en bijbedoelingen pleegt te uiten. Waarom zegt een diplomaat bijvoorbeeld ‘er is ruimte voor verbetering’, als er sprake is van een rampzalige situatie’? Of waarom heet een knetterende ruzie in een diplomatiek communiqué een zakelijk verschil van inzicht? 

12-14.jpg

 Diplomatieke taal is vaak een codetaal, en daarom niet gemakkelijk te begrijpen voor niet-ingewijden. Ik hoorde in dat verband ooit een leuke anekdote op de schaakclub. Een speler had eindeloos zitten nadenken over een zet, totdat hij een toeschouwer „The night before“ van de Beatles hoorde neuriën. De Paard B4-zet bleek inderdaad de cruciale zet te zijn. Eigenlijk een moderne variant van het Offer van Dilaram [zie aflevering 1].

De diplomatieke codetaal brengt me terug naar het schaakboek van “Lucena”: de Arte de Ajedrez, en de bundeling ervan met de Repetición de Amores. De meeste literatuur- en schaakhistorici begrijpen weinig van de combinatie, al was de associatie liefde-schaken in de middeleeuwen, zoals we gezien hebben, vrij vanzelfsprekend. De belangstelling voor de Repetición nam eind vorige eeuw een hoge vlucht nadat men ontdekte dat een boek dat enkele jaren na de Repeticón/Arte de Ajedrez verscheen, de Comedie van Calisto en Melibea, later beroemd geworden onder de titel Celestina, overeenkomsten vertoont met en lijkt voort te borduren op de [plot van de] Repetición.

De Celestina, na Don Quichotte het meest beroemde boek van Spanje, en meer dan 100 jaar een absolute Europese best-seller, gaat over de edelman Calisto die met behulp van twee mannelijke bedienden, een koppelaarster [Celestina ] en haar “meisjes”, een geslaagde poging doet om een dame van goede afkomst – Melibea – te verleiden. Het eind van het liedje is dat alle hoofdpersonen op een ellendige manier aan hun einde komen, en de vader van Melibea, zich beklaagt over zijn lot, waarna de opvolgster van Celestina de praktijken van haar leermeesteres op enigszins andere wijze voortzet. Een flinterdunne plot, maar door zijn vele verwijzingen naar vele contemporaine kwesties in gecodeerd taalgebruik een eindeloze bron van onderzoek voor literatuurhistorici. De koppelaarster [de go-between] Celestina, is het typische voorbeeld van een diplomaat: ze is thuis in vele werelden en spreekt ook de talen van die werelden.

 12-15.jpg

Om een lang verhaal kort te maken: de schaakhistoricus Govert Westerveld [de illustratie is uit zijn boek over de Celestina] gaat ervan uit dat de vader van Lucena, de diplomaat Juan Ramirez de Lucena, achter de Celestina zit [en nog een aantal andere boeken], om op een manier die alleen voor intimi te begrijpen is, zijn frustratie te uiten over zijn situatie en die van andere conversos en op literaire wijze onder andere de Inquisitie “schaakmat” te zetten. De Repetición zou geschreven zijn om op de macht van de dame [Isabella] te wijzen en het schaakboek van zijn „zoon“ Lucena zou een manier zijn om te laten zien hoe de dame schaakmat gezet kan worden en tevens op de machteloosheid van de koning te wijzen. De diplomaat Juan Ramirez de Lucena was trouwens een erkend meester in de geheime diplomatieke codetaal van die tijd [de zgn. „cifra“]. Net als de brief die onze drie-jarige kleindochter deze week schreef, alleen bestemd voor ingewijden .....

12-16.jpg12-17.jpg

                                 Diplomatieke brief in codetaal

Hoe dat ook zij: opvallend is wel dat men de Celestina kan lezen als een schaakpartij; er is ook een groot aantal verwijzingen naar het schaakspel te vinden – voor de goede verstaander althans –, en natuurlijk verdwijnen alle hoofdpersonen van het bord …. waarna een „nieuwe partij“ begint met nieuwe hoofdpersonen en een nieuwe strategie.

 

Mon cher papa

En om te besluiten met Benjamin Franklin: zijn levensmotto had kunnen zijn, “If You Can’t Be With the One You Love, Love the One You’re With“, zo schrijft iemand over zijn leven. Hij had een magische aantrekkingskracht op vrouwen en het Amerikaanse Congres besefte waarschijnlijk niet helemaal wat het deed toen het Franklin als ambassadeur naar Frankrijk stuurde; het leek de kat op het spek binden.

 

Franse adellijke kringen keken uit naar een ontmoeting met de “eenvoudige”, maar charmante Amerikaan uit de nieuwe wereld. De Franse vrouwen uit de hogere klasse waren dol op hem en nodigden hem uit in hun salons, de culturele hotspots van die tijd. Hij maakte hier meesterlijk gebruik van, omdat hij wist dat diezelfde dames positieve verhalen over hem (en dus over de zaak van de Verenigde Staten) zouden vertellen aan hun beleidsbepalende echtgenoten. Maar een collega-diplomaat schreef verbijsterd aan het Congres dat Franklin van Parijs ‘een corrupt broeinest van ondeugd’ had gemaakt.

12-18.jpg

Met name voor de jonge [gehuwde] Madame Brillon de Jouy, [1744-1824] met wie hij iedere week een of twee keer schaakte, koesterde Franklin warme gevoelens, zoals uit hun briefwisseling blijkt. Madame Brillon was een begenadigd componiste en klavecimbelspeelster, die van 1777 tot 1785 zijn buurvrouw was in Passy [een wijk in Parijs]. Toen Franklin als gevolg van zijn levensstijl jicht en artritis kreeg schreef ze hem in 1780 het volgende vers:

'Je houdt van eten, je houdt van dames, en mooie praatjes,

Je speelt schaak terwijl je een wandeling zou moeten maken,

Je houdt van wijn.….

Franklin schreef terug:

‘Toen ik een jonge man was en meer van de gunsten van de andere sekse genoot dan nu, had ik geen jicht. Als de dames van Passy dus meer van die christelijke naastenliefde hadden getoond die ik u zo vaak tevergeefs heb aanbevolen, zou ik nu niet aan jicht lijden.”

Dat hij inderdaad om deze „naastenliefde“ heeft gevraagd, blijkt uit een eerdere brief van madame Brillon, waarin zij schrijft over „de lieve gewoonte die ik heb aangenomen om op je schoot te zitten, en jouw gewoonte om van mij te vragen wat ik altijd weiger”. Om „die lieve gewoonte“ onschuldig te laten lijken, en niet in opspraak te komen, noemde ze haar Amerikaanse schaakpartner diplomatiek: „Mon Cher Papa“......

Als dat geen matzet is!

Augustus 2024

Alie Blokhuis

 

Nawoord:

Wat een weelde om 12 maanden verhalen te kunnen schrijven over de muze in de geschiedenis van het schaakspel. Met dank aan Will en het Paard van Ree, en vooral ook aan Wolter, die me bij de les hield.

Ik wist niet waar ik aan begon toen ik het idee opperde en had ook geen idee waar ik uit zou komen. Ik was geïntrigeerd door het schaakmat in de linkerhoek dat ik tegenkwam in Middeleeuwse poëzie en het feit dat er zoveel geschaakt wordt in Middeleeuwse romans, maar dat het schaken zo verweven was met de maatschappij had ik me niet gerealiseerd. Af en toe voelde ik me ronddwalen in een doolhof, maar iedere weg, doodlopend of niet, opende toch weer nieuwe perspectieven. Onderweg heb ik veel darlings moeten killen, want iedere aflevering had makkelijk tien keer zo lang kunnen worden. Maar ja, we leven niet meer in de middeleeuwen...