“Het is dat ik je mag”, had zijn leraar gezegd”, anders zou ik niet aarzelen je te vermoorden. Dus dit is je keuze: verlaat Bagdad, vestig je hier ver vandaan en zweer dat ik je naam nooit meer hoor.”
De merel
Daar sta je dan – met een schaakbord in je ene en een luit in je andere hand. Weggestuurd uit je land, omdat je leraar jaloers is op je succes. Dat overkwam Ziryâb, een vrijgelaten zwarte slaaf, die op het punt stond zijn muziekleraar aan hof van kalief Harun Al-Rashid (ca. 766-809), te overvleugelen.
Bronzen schaakstuk van Harun-al-Rashid
Het leven van deze vluchteling, bekend geworden onder zijn bijnaam Ziryâb, “merel” of “zwarte vogel” – vanwege zijn huidskleur -, leest als een sprookje en laat ook zien dat het schaakspel niet alleen via Constantinopel en Zuid-Italië naar West Europa kwam. Minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker was de route Bagdad – Noordafrika – Spanje.
Na lange omzwervingen in Syrie en het huidige Tunesië kreeg Ziryâb een uitnodiging van de emir van Córdoba [in het huidige Spanje], die wel oren had naar een beroemd muzikant uit Bagdad, waarvan de hofcultuur in hoog aanzien stond.Spanje was in het begin van de 8e eeuw veroverd door de Omajjaden, die van 661 tot 750 het Islamitisch kalifaat hadden geleid. In 750 werden ze verslagen door de Abassiden, een rivaliserende Arabische clan.
Het kalifaat van de Abassiden Al-Andalus Al-Andalus
Een gevluchte Omajjaadse prins behield echter het grootste deel van Spanje [Al-Andalus], dat uitgroeide tot het emiraat – later kalifaat – Córdoba, dat tot het begin van de 11e eeuw standhield. Toen Ziryâb in 822 in Al-Andalus aankwam kreeg hij een warm onthaal van de zoon van de emir die hem uitgenodigd had. Die emir zelf was inmiddels overleden. Uiteindelijk werd hij niet alleen de belangrijkste muzikant aan het hof, maar ook een persoonlijk vriend en adviseur van de cultuurminnende vorst, aldus een biografie over de schakende musicus uit de 10e eeuw, een biografie, die we overigens wel met een korreltje zout moeten nemen. Ziryâb groeide uit tot een trendsetter avant la lettre. Hij stichtte niet alleen het Eerste Europese conservatorium, maar hij introduceerde ook nieuwe kledingstijlen, nieuwe eetgewoonten en hygiënemaatregelen.
Hofceremonieel en schakende dames van plezier
Op instigatie van Ziryâb voerde de emir verder het Bagdadse hofceremonieel in, waarvan schaken onderdeel uitmaakte. Dat ging niet zonder slag of stoot. Al Ghazal, een beroemd dichter/ambassadeur en rivaal van Ziryâb aan het hof noemde in een van zijn gedichten het schaakspel “een zondig en duivels spel”, dat door Ziryâb was geïntroduceerd. Een ander gedicht waarin hij Ziryâb – de lieveling van de emir! - belachelijk maakte, leidde ertoe dat Al Ghazal kort werd verbannen – ironisch genoeg naar de plaats waar Ziryâb vandaan kwam ….
Schakende quiyan [let op de doorzichtige kleding]
Ziryâb trainde ook de vrouwelijke entertainers aan het hof, de qiyan, een soort geisha’s. Aan het hof in Bagdad stonden deze vrouwen in hoog aanzien. Over een van hen schreef een beroemd musicus aan het hof van Harun al Rashid: “Ik heb nog nooit een mooiere en verfijndere vrouw gezien dan ‘Arib, noch iemand die zo goed zong, muziek speelde, poëzie schreef of schaak speelde.” In veel van deze activiteiten overvleugelden deze dames zelfs vaak hun mannelijke collega’s, aldus een Arabische geschiedschrijver. Ziryâb beïnvloedde waarschijnlijk als geen ander de verbreiding van het schaakspel in Al-Andalus en daarmee uiteindelijk aan de hoven in de rest van Europa.
Vermoedelijke verspreiding van het schaakspel door Europa
De 10de eeuw was een gouden eeuw voor Al-Andalus, en de faam ervan drong tot diep in Europa door: een 10de-eeuwse Saksische schrijfster noemde Córdoba zelfs ‘Het sieraad van de wereld’. De voor de christelijke en joodse minderheden relatief tolerante kaliefen Abd al Rahman III [regeerperiode 912-961] en zijn zoon, die tot 976 aan de macht was, waren beschermheren van kunst en wetenschap en legden in Córdoba een van de grootste bibilotheken ter wereld aan. De curator hiervan was overigens een vrouw: Lubna van Córdoba, die tevens de schaaklerares was van de kinderen van kalief Abd al Rahman III. Veel geleerden uit het christelijke Europa kwamen naar de stad om oude handschriften te bestuderen. Ook waren er contacten met Europese hoven, bijvoorbeeld met keizer Otto I van het Duitse rijk en met de toenmalige keizers van Byzantium.
De gravinnen van Urgell en Barcelona
Ook Borrell II († 993), graaf van Urgell en Barcelona, en leenman van de Franse koning, onderhield diplomatieke contacten met de kaliefen van Cordoba. Omgekeerd kwamen er diplomaten uit Cordoba naar Barcelona. De graafschappen Urgell en Barcelona in Catalonië maakten onderdeel uit van de Spaanse Mark [het Pyreneeëngebied], een bufferzone die door Karel de Grote was gecrëerd als defensieve barricade tegen de Omajjaden. Maar ze vormden ook een punt van uitwisseling tussen Al-Andalus en Europa, omdat er handels- en pelgrimsroutes doorheen liepen. En ze speelden een belangrijke rol bij de verdere verspreiding van het schaak naar Europa. Borrell liet Urgell na aan zijn jongste zoon. Deze had, zo blijkt uit zijn testament uit 1010 een schaakset in zijn bezit. De oudste zoon erfde Barcelona. Diens vrouw, Ermessinda, liet ook een schaakspel na. Wie weet waren de schaaksets onderdeel van de geschenken van het hof van Cordoba! Tijdens diplomatieke missies was het uitwisseling van kostbare geschenken – en een schaakspel was een kostbaar bezit - namelijk vast onderdeel van het ritueel. Ermessinda was overigens een van de rijkste en meest gezaghebbende vrouwen in de “Catalaanse” politiek van de 11e eeuw. Ze regeerde ongeveer vijfenzestig jaar en stierf op haar 84e. Maar de wereld waarin ze stierf was een heel andere dan waarin ze geboren werd.
West-Francia Graafschap Urgell de taifa Zaragoza
Toen in 976 de fundamentalistische vizier Almanzor namelijk regent werd van de minderjarige troonopvolger in Al-Andalus, begon er een andere wind te waaien. Almanzor had de vrouw van de overleden kalief ingepalmd en zette de troonopvolger op non-actief. Hij vervolgde de christenen in het kalifaat en beperkte de rechten van de joden, met als gevolg dat velen naar het christelijk deel van Spanje of Afrika uitweken. De seculiere manuscripten van de bibliotheek van Cordoba - naar verluidt honderdduizenden exemplaren – liet Almanzor verbranden. Ook voerde hij veldtochten uit tegen de christelijke koninkrijken aan zijn noordgrens. In 985 plunderde hij Barcelona. Borrell riep de hulp in van zijn leenheer, de koning van Frankrijk, maar die ging hier niet op in. De reden is niet helemaal duidelijk, maar het deed de onderlinge verhoudingen natuurlijk geen goed. Maar het schrikbewind van Almanzor zette wel het einde van het kalifaat in. Een kleine twintig jaar na zijn dood in 1002, viel Al-Andalus uiteen in een groot aantal koninkrijkjes (taifa’s), die niet alleen tegen de christenen vochten, maar elkaar ook onderling het leven zuur maakten, vaak met de hulp van christenen of Berberse huurlingen.
Zo sloot de eerste moslimkoning van de taifa Zaragoza (1018-1021), een buurland van Barcelona, een alliantie met de graven van Barcelona en Urgell tegen een andere moslimvorst. Deze vorst speelde ook een rol bij de totstandkoming van het huwelijk van de zoon van Ermessinda en de dochter van de graaf van Castilië. De huwelijksakte werd getekend in Zaragoza in aanwezigheid van personen van de christelijke hoven van Castilië en Barcelona en leden van het moslimhof van Zaragoza. Wie weet was een van de huwelijksgeschenken wel het eerder genoemde schaakspel van Ermessinda!
De schaakstukken van Ager
Als gevolg van de ondergang van het kalifaat, konden de graven van Urgell en hun leenmannen in de jaren dertig grensgebieden veroveren en koloniseren. Een van die leenmannen veroverde samen met zijn vrouw Arsenda het gebied Ager in het oosten van het graafschap Urgell. Uit het testament van Arsenda uit 1068 blijkt dat ook zij een schaakspel in haar bezit had. Of het een geschenk was of was buitgemaakt, is niet helemaal duidelijk. Ze liet de bergkristallen schaakstukken in ieder geval na aan haar echtgenoot, die ze zelf weer naliet aan de kerk van Sant Pere d'Àger. Uit onderzoek naar slijtage van de schaakstukken is overigens gebleken dat het echtpaar ook echt met de stukken gespeeld heeft!
Opvallend is dat in 1078 de in een eerder genoemde aflevering Ibn Ammar, de schaker/diplomaat die Alfons VI van Leon en Castilië met schaken versloeg en daarmee Sevilla redde, enige tijd als ‘gijzelaar’ aanwezig was aan het hof van Barcelona. Een kleinzoon van Ermessinda, Raymond Berengarius II, had namelijk met de moslim-heerser van Sevilla een verbond gesloten om Murcia aan te vallen en bij een dergelijk verbond hoorde een wederzijdse uitwisseling van “gijzelaars”. Ik kan me voorstellen dat na het diner geregeld een partijtje is geschaakt. Zo blijkt ook maar weer eens dat de relaties tussen christenen en moslims minder eenduidig waren dan vaak wordt gedacht.
De graven en gravinnen van Urgell ondertussen, waren zo trots op hun schaaksets dat ze vanaf het begin van de 13 eeuw een schaakbord in hun wapenschild voerden. En nog steeds is in het gemeentewapen van Urgell een schaakbord te ontdekken.
Wapenschild Urgell
De zegetocht van het schaakspel aan hoven en in abdijen in Europa kon beginnen, ….
Alie Blokhuis
Februari 2024