De beroemde „Karel de Grote“-schaakset is een van de oudste schaaksets met schaakkoninginnen die er ook echt als koninginnen uitzien.
De set vormde ooit een van de schatten van de St. Denis Abdij, de begraafplaats van de Franse koningen in een voorstad van Parijs. Men dacht lang dat de stukken een geschenk waren van kalief Haroen ar-Rashid [766-809] aan keizer Karel de Grote [747/814]. Inmiddels weten we dat beide heren niets met de set te maken hebben; de ivoren stukken werden, zo is de meest gangbare opvatting nu, pas eind 11e eeuw gemaakt in Salerno of Amalfi in Zuid-Italië. De legende die dit schaakspel met Karel de Grote verbindt, ontstond eind 12e eeuw in Frankrijk en had als doel de nauwe relatie te benadrukken tussen de toenmalige heersers over Frankrijk en hun voorgangers, de Karolingische dynastie en haar beroemdste vertegenwoordiger, Karel de Grote.
Yuri Averbakh gelooft de dames gevonden hebben, die mogelijk als voorbeeld hebben gediend voor de koninginnen van deze beroemde schaakset. Hij denkt namelijk dat de set een historische gebeurtenis verbeeldt, en wel de veldtocht van de Noormannen tegen Constantinopel in het begin van de jaren 1080. Hij concludeert dit op grond van de vorm van de schilden van de ruiters op de paarden [ovaal versus rond], en de vormgeving van de koninginnen en de koningen.
De Schrik van de Wereld tegen keizer Alexius van Constantinopel
Als de Noormannen in het begin van de 11e eeuw naar Zuid-Italië [de laars] komen, staat dat formeel onder Byzantijnse controle; ze beginnen als vazallen van de plaatselijke Langobardische vorsten en hertogen, maar als snel onderwerpen ze de Langobarden ook wel Lombarden genoemd, en verdrijven ze de Byzantijnen. De leider van de Noormannen, Robert Guiscard, trouwt in 1058 met Sikelgaita, de dochter van de vorst van Salerno. Vervolgens valt hij Sicilië aan dat in handen is van de Saracenen. Ook zij ruimen grotendeels het veld. In 1059 roept de toenmalige paus Robert Guiscard officieel uit tot hertog van Apulië, Calabrië en Sicilië. Maar Guiscard heeft grotere ambities. Niet voor niets is zijn bijnaam “Terror Mundi”, de “Schrik van de Wereld”: hij heeft zijn zinnen gezet op het Byzantijnse rijk.
De Byzantijnse keizer Michael VII voelt de bui al hangen. Hij wil Guiscard te vriend houden, omdat hij zijn handen al vol heeft aan de oprukkende Sjeltsjoeken, en daarom nodigt hij de oudste dochter van Giscard en Sikelgaita, op dat moment nog een kind, uit naar Constantinopel als toekomstige bruid voor zijn zoon, de kroonprins. Daar aangekomen krijgt ze een nieuwe naam ’Helen’. Voor Guiscard is dit een mogelijkheid om meer invloed in Byzantium te krijgen en hij stemt maar al te graag in.
De Byzantijnse aristocratie is echter niet blij met de sympathie van keizer Michael voor de Noormannen, zet hem af en benoemt een nieuwe keizer; de dochter van Guiscard wordt gegijzeld. Als Guiscard hier lucht van krijgt, heeft hij een aanleiding om Constantinopel te belegeren. Hij brengt hij een groot leger op de been, en bereidt zich voor op een mars naar de Byzantijnse hoofdstad.
Inmiddels heeft de opvolger van Michael in 1081 plaatsgemaakt voor Alexius I Comnenus, die keizer is geworden na een staatsgreep. Zijn moeder, Anna Da-lassena, zou de samenzwering georganiseerd hebben. De nieuwe keizer mag ter verpozing graag een partijtje schaken. Dat meldt althans zijn dochter, Anna Comnena, in haar boek de Alexiad [1148], waarin ze haar vaders carrière beschrijft van 1069 tot zijn dood in 1118. Alexius neemt de verdediging van het land tegen de externe vijanden op zich, alle overige bestuurszaken laat hij aan moeder over.
Guiscard bereikt in 1081 Albanië en verslaat keizer Alexius in de slag bij Dyr-rhachium [Durazzo]. We weten overigens, wat Averback niet vermeldt, dat de tent van de keizer en diens persoonlijke bezittingen [inclusief schaakbord?] in handen vallen van Guiscard, die het jaar daarop Corfu bezet. Zijn zegetocht wordt onderbroken als paus Gregorius VII hem in 1083 vraagt terug te keren om hem te helpen tegen de Duitse keizer Hendrik IV, die hem belegert in Rome. Bij een nieuwe poging Constantinopel te veroveren krijgt Guiscard met een onverwachte vijand te maken: de pest. Hij sterft op het slagveld, bitter beweend door zijn geliefde Sikelgaita.
En wat heeft dat allemaal met de ’Karel de Grote’-schaakstukken te maken? Ik laat Averbakh aan het woord:
“En toen viel het kwartje! Inderdaad, de vier koninklijke figuren van de ‘schaakstukken van Karel de Grote’ komen uit dit dramatische verhaal:
- Michael en zijn schoondochter, Helen,
- en Alexius en zijn moeder, Anna [Dalassena]!
Het werd meteen duidelijk waarom de koning en de keizer er identiek uitzien: het zijn allebei gelijkwaardige vorsten, maar de koninginnen zijn verschillend. Helen oogt bescheiden in haar jurk met lange wijde mouwen, typisch voor West-Europa in die tijd. Het feit dat ze wordt beschermd door de Noormannen en de leeuwen benadrukt haar geïsoleerde positie in Constantinopel. De moeder van Alexius wordt afgebeeld als een keizerin, wat ze in feite is, met een kroon op haar hoofd en luxe kleding.”
Hmm... Ik heb mijn vraagtekens. Averback schrijft in zijn zoektocht naar een model voor de schaakkoningin:
„Wat als je daadwerkelijk in de annalen van de West-Europese geschiedenis zou zoeken naar een vrouw van koninklijke bloede die beroemd was omdat ze haar man vergezelde in militaire campagnes, en misschien zelfs zelf aan de strijd had deelgenomen?“
Dat zette me aan het denken. Geen van de dames die hij noemt, voldoet aan zijn eisen. Anna is een sterke Byzantijnse vorstin, dat wel, maar geen krijgster, en van Helen is na 1078 niets met zekerheid bekend. Hoe waarschijnlijk is het dat je daar een schaakset van maakt?
Is er dan geen dame die aan Averbakhs eisen voldoet? Ik heb er een gevonden: Sikelgaita van Salerno [waar de schaakset mogelijk gemaakt werd!], de tweede echtgenote van Guiscard en de moeder van Helen. In de Alexiade noemt Anna Comnena haar: "een andere Pallas, als ze geen tweede Athena was."
Sikelgaita bezat haar eigen gebieden, voerde haar eigen leger aan en trok met Guiscard op tegen het Byzantijnse Rijk. In de slag bij Dyrrhachium was ze aanwezig op het slagveld en wist ze de Normandische troepen te hergroeperen, nadat die in eerste instantie teruggedrongen waren door de Byzantijnen. In 1083 keerde Sikelgaita terug naar Italië om samen met Guiscard voor paus Gregorius VII te vechten en vervolgens streed ze weer aan de zijde van haar echtgenoot tegen de Byzantijnen; ze was aanwezig toen hij tijdens die veldtocht overleed. Sikelgaita is zo goed als vergeten. Maar, wie weet, leeft ze incognito voort in de Charlemagneset.
De meest recente hypothese, van de Italiaanse kunsthistorica Luciania Speciale, is trouwens dat de set gemaakt is ter gelegenheid van de wijding in 1130 van Roger II tot eerste koning van Sicilië. Roger was een kleinzoon van Robert Guiscard en Sikelgaita! De set zou bestemd geweest zijn voor Roger’s vrouw Elvira, de dochter van koning Alfons VI van Léon en Castilië [1040-1109] en ene Isabel. Men vermoedt dat deze Isabel de weduwe was van een mohammedaanse prins, die na diens dood haar toevlucht zocht aan het hof van Alfons in Toledo, zich bekeerde tot het christendom, haar naam veranderde in Isabel en vervolgens de maîtresse en [vierde] echtgenote van Alfons VI werd.
En om de cirkel rond te maken: een legende vertelt hoe deze Alfons, die de Reconquista – herovering van Spanje – leidde, ooit schaakmat gezet werd door Ibn Ammar, die niet alleen vizier van de Koning van Sevilla was, maar tevens dichter en vermaard schaker. Toen Ibn Ammar tijdens onderhandelingen met Alfons een uitzonderlijk mooie schaakset tevoorschijn haalde, wilde Alfons deze tot elke prijs hebben. Ibn Ammar bedong dat de schaakset naar de koning zou gaan als deze won en dat hij, als hij won, mocht vragen wat hij wilde. De koning stemde toe. Ibn Ammar won en vroeg de koning Sevilla te sparen. En aldus geschiedde. Alfons was een man van zijn woord!
Alie Blokhuis
November 2023